Hoge bloeddruk, ook wel hypertensie genoemd, ontstaat wanneer de kracht waarmee het bloed tegen de slagaderwanden drukt te hoog wordt. Een normale bloeddruk ligt rond de 120/80 mmHg. Wanneer de bovendruk (systolische druk) boven de 140 mmHg of de onderdruk (diastolische druk) boven de 90 mmHg komt, spreken we van hoge bloeddruk. Hypertensie wordt vaak de 'stille moordenaar' genoemd omdat symptomen lang uitblijven terwijl de schade aan bloedvaten en organen wel doorgaat. In Nederland heeft ongeveer één op de vier volwassenen te maken met verhoogde bloeddruk, waarbij de kans toeneemt met de leeftijd.
Onbehandelde hypertensie kan ernstige gevolgen hebben voor uw gezondheid. Het verhoogt aanzienlijk het risico op hartinfarcten, beroertes, hartfalen en nierschade. De constante hoge druk beschadigt de bloedvaten, waardoor deze verstijven en vernauwen. Dit kan leiden tot atherosclerose (aderverkalking) en andere cardiovasculaire complicaties. Daarom is tijdige behandeling cruciaal om deze levensbedreigende aandoeningen te voorkomen.
ACE-remmers behoren tot de meest voorgeschreven bloeddrukverlagende medicijnen in Nederland. Deze middelen, waaronder Enalapril, Lisinopril en Ramipril, blokkeren een enzym dat betrokken is bij de aanmaak van angiotensine II, een stof die bloedvaten doet vernauwen. Hierdoor ontspannen de bloedvaten en daalt de bloeddruk effectief.
Bètablokkers zoals Metoprolol, Atenolol en Bisoprolol werken door de effecten van adrenaline te blokkeren. Ze vertragen de hartslag en verminderen de kracht waarmee het hart samentrekt, wat resulteert in een lagere bloeddruk. Deze medicijnen zijn vooral geschikt voor patiënten met hart- en vaatproblemen.
Calciumantagonisten, met name Amlodipine en Nifedipine, voorkomen dat calcium de spiercellen van bloedvaten binnenkomt. Dit zorgt voor ontspanning van de vaatwand en verlaging van de bloeddruk. Ze zijn bijzonder effectief bij oudere patiënten.
Diuretica, ook wel 'plaspillen' genoemd, zoals Hydrochloorthiazide en Furosemide, helpen overtollig vocht en zout uit het lichaam te verwijderen. Dit vermindert het bloedvolume en verlaagt daardoor de druk op de bloedvaten.
Cholesterol is een vetachtige stof die essentieel is voor verschillende lichaamsfuncties, maar te veel kan schadelijk zijn. Er zijn twee hoofdtypen: LDL-cholesterol (het 'slechte' cholesterol) en HDL-cholesterol (het 'goede' cholesterol). LDL transporteert cholesterol van de lever naar de weefsels en kan zich ophopen in slagaderwanden, wat leidt tot aderverkalking. HDL daarentegen transporteert overtollig cholesterol terug naar de lever voor afbraak. Een hoog LDL-gehalte (boven 3,0 mmol/L) en laag HDL-gehalte (onder 1,0 mmol/L voor mannen, onder 1,3 mmol/L voor vrouwen) verhogen het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk.
Medicamenteuze behandeling wordt overwogen wanneer leefstijlveranderingen onvoldoende effect hebben. In Nederland gelden de volgende richtlijnen voor behandeling:
Statines behoren tot de meest voorgeschreven medicijnen voor cholesterolverlaging in Nederland. Atorvastatine, simvastatine en rosuvastatine werken door de cholesterolproductie in de lever te remmen. Deze geneesmiddelen verlagen effectief het LDL-cholesterol (slecht cholesterol) en verhogen het HDL-cholesterol (goed cholesterol). De keuze tussen verschillende statines hangt af van individuele patiëntfactoren, gewenste cholesterolverlaging en mogelijke bijwerkingen. Regelmatige controle van cholesterolwaarden en leverfunctie is essentieel.
Ezetimibe werkt anders dan statines door cholesterolopname in de darm te blokkeren. Dit medicijn wordt vaak gecombineerd met statines voor extra cholesterolverlaging. Combinatiepreparaten zoals ezetimibe/simvastatine bieden gemak door twee werkzame stoffen in één tablet. Deze combinatietherapie is vooral nuttig bij patiënten die onvoldoende reageren op statines alleen of lagere statinedoseringen nodig hebben.
Veelvoorkomende bijwerkingen van cholesterolverlagers omvatten spierpijn, vermoeidheid en maagklachten. Zeldzame maar ernstige bijwerkingen zijn leverproblemen en spierontsteking. Patiënten moeten worden geïnformeerd over mogelijke symptomen en het belang van regelmatige bloedcontroles. Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van bepaalde antibiotica, schimmelmedicijnen en andere geneesmiddelen die interacties kunnen veroorzaken.
Hartfalen wordt onderverdeeld in systolisch en diastolisch hartfalen, afhankelijk van de functie van de linker hartkamer. Bij systolisch hartfalen is de samentrekkingskracht verminderd, waardoor het hart onvoldoende bloed kan uitpompen. Diastolisch hartfalen wordt gekenmerkt door een verminderde vulling van het hart tijdens de ontspanningsfase. Beide vormen kunnen leiden tot vergelijkbare symptomen, maar vereisen verschillende behandelbenaderingen. De ejectiefractie wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen deze twee hoofdvormen van hartfalen.
Typische symptomen van hartfalen zijn kortademigheid, vermoeidheid, enkelzwelling en verminderde inspanningstolerantie. Patiënten ervaren vaak nachtelijke benauwdheid en moeten rechtop slapen. Diagnose wordt gesteld door middel van lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek (inclusief NT-proBNP), echocardiografie en soms aanvullende beeldvorming. Vroege herkenning is cruciaal voor optimale behandeling en het voorkomen van verergering van de aandoening.
ACE-remmers en ARB's vormen de basis van hartfalenbehandeling door vaatverwijding en vermindering van de hartbelasting. Deze medicijnen verbeteren symptomen, verminderen ziekenhuisopnames en verlengen de levensverwachting. ACE-remmers worden meestal als eerste keus gegeven, terwijl ARB's een alternatief bieden bij intolerantie voor ACE-remmers. Regelmatige controle van nierfunctie en kaliumwaarden is noodzakelijk tijdens behandeling.
Diuretica, ook wel plaspillen genoemd, helpen overtollig vocht uit het lichaam te verwijderen bij hartfalen. Lisdiuretica zoals furosemide zijn meest effectief voor acute vochtretentie. Thiazidediuretica worden gebruikt bij mildere vormen. Deze medicijnen verlichten symptomen zoals zwelling en kortademigheid, maar vereisen monitoring van elektrolyten en nierfunctie.
Digitalis (digoxine) versterkt de hartsamentrekking en wordt gebruikt bij specifieke vormen van hartfalen, vooral bij atriumfibrilleren. Moderne hartstimulatoren omvatten bètablokkers die paradoxaal de hartfunctie verbeteren door bescherming tegen stress. De dosering vereist zorgvuldige titratie en regelmatige controle van hartritme en digitalisspiegels om toxiciteit te voorkomen.
Bij atriumfibrilleren klopt het hart onregelmatig, waardoor het risico op bloedstolsels in de hartkamers toeneemt. Deze stolsels kunnen naar de hersenen reizen en een beroerte veroorzaken. Bloedverdunners verlagen dit tromboserisico aanzienlijk. De CHADS2-VASc score helpt artsen inschatten welke patiënten met atriumfibrilleren baat hebben bij anticoagulantia. Patiënten met een verhoogd risicoprofiel krijgen meestal levenslange bloedverdunning voorgeschreven om ernstige complicaties te voorkomen.
Na een hartinfarct of beroerte is preventieve bloedverdunning cruciaal om herhaling te voorkomen. Plaatjesremmers zoals aspirine worden vaak als eerste keus voorgeschreven. Bij sommige patiënten is combinatietherapie nodig. De behandelduur varieert afhankelijk van individuele risicofactoren en de onderliggende oorzaak. Regelmatige controle door de cardioloog of huisarts zorgt voor optimale medicatie-instelling en monitoring van mogelijke bijwerkingen.
Acenocoumarol (Sintrom) is een veelgebruikte vitamine K-antagonist die de bloedstolling remt. Regelmatige INR-controle via de trombosedienst is essentieel voor veilige dosering. De gewenste INR-waarde ligt meestal tussen 2,0-3,0. Voeding rijk aan vitamine K kan de werking beïnvloeden, evenals andere medicijnen. Patiënten moeten alert zijn op tekenen van bloedingen en strikte medicatie-compliance handhaven.
Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC's) zoals Apixaban en Rivaroxaban bieden voordelen ten opzichte van traditionele bloedverdunners. Ze vereisen geen regelmatige laboratoriumcontroles en hebben minder medicijn- en voedingsinteracties. Deze moderne anticoagulantia werken direct en hebben een voorspelbare werking, waardoor de behandeling eenvoudiger wordt.
Plaatjesremmers zoals aspirine en clopidogrel voorkomen dat bloedplaatjes aan elkaar kleven. Aspirine wordt vaak gebruikt voor primaire en secundaire preventie van hart- en vaatziekten. Clopidogrel is een alternatief bij aspirine-intolerantie of in combinatie voor verhoogde bescherming.
Stabiele angina pectoris ontstaat door inspanning en verdwijnt met rust, veroorzaakt door vernauwde kransslagaders. Patiënten ervaren drukkende pijn op de borst, vaak uitstralend naar arm, kaak of rug. Instabiele angina is ernstiger en treedt onverwacht op, zelfs in rust. Dit wijst op een acute verslechtering van de coronaire doorbloeding en verhoogt het risico op hartinfarct. Onmiddellijke medische zorg is dan noodzakelijk voor verdere evaluatie en behandeling.
Coronaire vaatvernauwing ontstaat door atherosclerose, waarbij cholesterol en ontstekingscellen zich ophopen in de vaatwand. Deze plaques beperken de bloeddoorstroming naar het hartspierweefsel. Risicofactoren zijn hoge cholesterol, diabetes, roken en hoge bloeddruk. Geleidelijke vernauwing veroorzaakt inspanningsklachten, terwijl plotselinge afsluiting tot hartinfarct leidt.
Nitraten zoals isosorbidedinitraat en glyceryltrinitaat verwijden de kransslagaders en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Sublinguaal glyceryltrinitaat biedt snelle verlichting bij acute angina-aanvallen. Langwerkende nitraten helpen bij preventie van klachten. Hoofdpijn is een veelvoorkomende bijwerking die meestal vermindert bij voortgezet gebruik.
Bètablokkers verlagen de hartslag en bloeddruk, waardoor de zuurstofbehoefte van het hart afneemt. Ze zijn effectief bij stabiele angina en verbeteren de inspanningstolerantie. Regelmatige inname is belangrijk voor optimaal effect.
Calciumblokkers ontspannen de hartspiercellen en bloedvaten, vooral nuttig bij coronaire spasmen. Ze verbeteren de doorbloeding en verminderen de werkbelasting van het hart, waardoor angina-klachten afnemen bij inspanning.
Een gezonde voeding rijk aan groenten, fruit en volkorenprodukten vermindert het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk. Beperk verzadigde vetten en kies voor onverzadigde alternatieven. Regelmatige beweging, minimaal 150 minuten per week matige intensiteit, versterkt het hart en verbetert de circulatie. Dit helpt bij gewichtsbeheersing, cholesterolverlaging en bloeddrukregulatie. Combineer cardio-training met krachttraining voor optimale cardiovasculaire gezondheid.
Stoppen met roken is de belangrijkste stap voor hart- en vaatgezondheid. Binnen één jaar halveren ex-rokers hun risico op hartaandoeningen. Beperk alcoholconsumptie tot maximaal twee glazen per dag voor mannen en één voor vrouwen om bloeddrukstijging te voorkomen.
Chronische stress verhoogt het risico op hartproblemen door verhoogde cortisol- en adrenalineproductie. Ontspanningstechnieken, meditatie en voldoende slaap (7-8 uur) ondersteunen de cardiovasculaire gezondheid en verlagen ontstekingswaarden.